Door de desbetreffende woorden en zinnen te oefenen, leren de leerlingen te vertellen wat ze in de natuur zien en horen. Bovendien leren ze het enkele typische tweeklanken (ei/ij, eu/ui). Elena loopt met haar vader in het donker door het park.
Door de desbetreffende woorden en zinnen te oefenen, leren de leerlingen te vertellen wat ze in de natuur zien en horen. Bovendien leren ze het enkele typische tweeklanken (ei/ij, eu/ui). Elena loopt met haar vader in het donker door het park.